Schatkaart
De mol is niet zijn lievelingsdier. Dat is de teckel. Toch zit Jos [47] wekelijks veertig uur onder de grond. Locatie: rijwielstalling NS-station. Daglicht ziet de fietsen- en brommerbewaker amper. Natuur? In z’n keukentje. Het tafelzeiltje is bedrukt met klaprozen, vlinders en boterbloemen. Nee, geen klavertjes-vier. Nooit gezien: zijn moeder stierf toen hij zeven was. Leukemie. Negen jaar woonde Jos op internaten in Oisterwijk en Boxtel. Hij kent de misbruikverhalen. Maar de enige frater die op De La Salle werkte, was schoenmaker. Van hem hoefde je alleen je kapotte sandalen uit te trekken.
Leven is fietsen met straffe zijwind, weet Jos. Je zit zo naast je levenspad. Hij zag twaalf ambachten, dertien bermen. Tot hij z’n fietstas vol moed propte en bij de stalling een gesprek aanknoopte. Jos mocht komen. Mooi werk. Al vijftien jaar. Ja, zelfs ochtenddiensten. Half vijf op. Nog nooit verslapen.
Toevallig is dit een kalme middag. Stroomstoring bij Houten, zegt Jos. Normaal is het een gekkenhuis; het openbaar vervoer zit in de lift. In 1996 verkocht de stalling 667 jaarkaarten. Nu 1324. Plus zo’n 750 maand- en 200 dagkaartjes. Ook verhuren ze wekelijks duizend OV-fietsen. Die oranje buitenbanden in de hoek? Restant van de WK Voetbal 2010. Niet meer over hebben.
Bij zijn balie hangt een telefoonlijstje. Favoriet nummer: Döner Company, van de kebab hierboven. Er zijn ook dertien bewakingscamera’s. Tijd om te kijken? Amper. Gelukkig zijn diefstallen uiterst zeldzaam. Wat wel oprukt: de verwilderde blik. Negen van de tien klanten hebben haast. Nog maar de helft zegt goeiendag. Jammer, vindt Jos. Stress is een teken van te weinig zelfrespect. Sommigen maken een praatje. Over liefde, dood, beschuit-met-muisjes of ontslag. Daarna verzegelt Jos z’n lippen. Een lek in geschonken vertrouwen krijg je nog niet met drie tubetjes solutie dicht.
In z’n vrije tijd gaat hij vaak op pad. Van de 40 bestemmingen in de ANWB-Wandelgids Vestingsteden zijn er al 15 afgevinkt. Tweejaarlijks bezoekt hij het Anne Frank Huis in Amsterdam. Dat verzacht je eigen leed, zegt hij. Ook het tijdelijk graf van Pim Fortuyn leverde een dagtochtje op; Jos is verzot op politiek. Tuurlijk gaat hij stemmen op 2 maart. Doet-ie altijd. Afgelopen keer nam hij in het stemhokje een foto. Van z’n ingevulde biljet: VVD. Kon hij familie en vrienden later tonen dat hij geen PVV stemt. Als ik dat zou doen, heb ik daar in Amsterdam ook niks meer te zoeken, mompelt Jos.
Hij is vrijgezel. Maar toch getrouwd, lacht hij. Met zijn huis. Sinds 2006. Fijn appartementje aan de Smalle Haven. Twintig jaar spaargeld. Op de verjaardagsdatum van z’n moeder moest hij van de makelaar beslissen. Soms lijken wolken op letters. Die dag zei de hemel ‘ja’.
Waar hij ook in gelooft: reďncarnatie. In een volgend leven zou hij boer willen zijn. Met een vrouw. En vier kinderen. Zes fietsen op het erf? Ja. Op slot hoeft niet. Jos waakt. Of ik zijn achternaam ken? Van der Wielen. Echt waar, schatert Jos. Zijn lach is rond, maat 28 x 1 ľ met Hollands ventiel.
Ooit was hij een zorgenkind, met enkel een metseldiploma van de LTS in de Aawijk. Nu staat hij in de samenleving. Zonder steun van familie en baas Peter was hij nooit zo gelukkig geworden, benadrukt Jos. Maar de ware ontdekking heeft hij aan zichzelf te danken: iedere mens is het rode kruisje op z’n eigen schatkaart. Kwestie van graven. Tot je er bent: in een ondergrondse rijwielstalling in Den Bosch.
| |
Eric Alink, 2 februari 2011